Op 22 april 2022 sloten minister Wiersma, de vakbonden en de werkgeverskoepels het zogeheten Onderwijsakkoord, waarin onder meer is vastgelegd dat werknemers in het primair onderwijs evenveel gaan verdienen als hun collega’s in het voortgezet onderwijs. De sociale partners – waaronder de FvOv, waarbij de LBBO is aangesloten – hebben dit Onderwijsakkoord vertaald naar een onderhandelaarsakkoord voor een nieuwe cao voor het primair onderwijs.
Een aantal belangrijke punten in het onderhandelaarsakkoord:
- Voor de hoogte van je salaris (behorende bij je functie) maakt het niet meer uit of je in het primair of voortgezet onderwijs werkt; voor iedereen zijn de schalen gelijk. Hoeveel werknemers in het primair onderwijs erop vooruitgaan verschilt overigens wel. De stijging is het grootst voor leraren in de nieuwe LC- en LD-schalen. Voor onderwijsondersteunend personeel (OOP) en directieleden is de stijging lager, omdat de salarisschalen al niet veel verschilden met die van het voortgezet onderwijs.
- Leraren en OOP’ers in schaal 9 hebben recht op een bindingstoelage (die in het voortgezet onderwijs al bestaat).
- De eindejaarsuitkering wordt voor alle werknemers met 2,03 procent verhoogd (naar 8,33 procent).
- Alle OOP’ers hebben recht op een extra nominale eindejaarsuitkering van € 275,- bruto.
- In de komende periode wordt een onderzoek uitgevoerd naar de werking van de functiewaardering (fuwa) van OOP en (adjunct-)directeuren in het primair onderwijs. Zo gauw dit is afgerond zullen de cao-partijen de opbrengsten hiervan verwerken in de voorbeeldfuncties en het fuwa-systeem.
Lees het volledige onderhandelaarsakkoord.
Om dit akkoord om te zetten in een nieuwe cao is instemming van de leden van de bonden en werkgeverskoepels nodig. De LBBO heeft dan ook al haar leden via e-mail gevraagd hun mening voor 16 mei (20 uur) te geven.
Meer weten? Lees verder op de website van de FvOv.