Doorstroomprogramma’s helpen om de overgang van het primair naar het voortgezet onderwijs voor leerlingen makkelijker te maken. Er is nu een subsidie beschikbaar voor het opzetten van deze doorstroomprogramma’s.
De overgang van het primair naar het voortgezet onderwijs is niet altijd gemakkelijk, zeker niet door de afgelopen periode met schoolsluitingen. Voormalig minister Slob riep scholen dan ook op ‘kansrijk te adviseren’. Uit onderzoek van de onderwijsinspectie blijkt dat er gehoor is gegeven aan die oproep: 86 procent van de scholen liet schooladviezen bij twijfel hoger uitvallen en een derde van deze groep zei dat dit jaar nog vaker te gaan doen. Toch zijn er leerlingen bij wie het niet lukt om op een hoger niveau door te stromen (terwijl ze het wel zouden kunnen), omdat ze minder ondersteuning hebben dan hun klasgenoten. Speciaal voor hen is de subsidie ‘Doorstroomprogramma’s po-vo’ in het leven geroepen. Door deel te nemen aan een doorstroomprogramma vergroten deze leerlingen hun kennis en vaardigheden zodat ze op het juiste niveau in het voortgezet onderwijs terechtkomen.
Voorwaarden
Een aantal voorwaarden voor het ontvangen van de subsidie zetten we op een rij:
- Tijdens een doorstroomprogramma is er in ieder geval aandacht voor twee van de drie inhoudelijke leerlijnen:
- Het versterken van cognitieve vaardigheden, zoals taal- en leesvaardigheden en rekenen.
- Het versterken van metacognitieve vaardigheden, bijvoorbeeld gericht op zelfstandig leren, een effectieve werkhouding en plannen ten behoeve van de overgang naar het voortgezet onderwijs.
- Het inzetten op omgevingsfactoren buiten de klas en de thuissituatie, zoals het vergroten van ouderbetrokkenheid, begeleiding bij de schoolkeuze en een brede loopbaanoriëntatie.
- Een programma bestaat uit minstens honderd klokuren per leerling.
Je leest over alle voorwaarden voor het ontvangen van deze subsidie en meer informatie op de site van de Dienst Uitvoering Subsidies aan Instellingen van het ministerie van VWS.