Feit of fictie: Het lerarenregister,

Tegenstanders of sceptici stellen dat het register van bovenaf is opgelegd en dat leraren er vooral een administratieve klus bij krijgen, die niet in het belang van de kwaliteit van het onderwijs is. Ook wordt soms de vertrouwenskwestie in de discussie ingebracht; dat het achterliggende doel van het register zou zijn leraren te kunnen controleren.

Voorstanders zien in het register juist een instrument dat er toe bijdraagt dat leraren meer ruimte krijgen om te werken aan goed onderwijs omdat je als leraar en als beroepsgroep juist meer zeggenschap en eigenaarschap krijgt over je eigen vak en de leeractiviteiten die je volgt om je bekwaamheid bij te houden.

De feiten:

Van bovenaf opgelegd of van de beroepsgroep?
In 2012 zijn de vijf grootste onderwijsvakorganisaties, waaronder de FvOv, gestart met het lerarenregister, als middel om het leraarsberoep een beschermde status te geven en de professionaliteit van de leraar te bevorderen en te beschermen. Wie beweert dat het van bovenaf wordt opgelegd heeft het dus mis, het komt rechtstreeks voort uit de beroepsgroep.

Administratieve last of ‘lean and mean’?
Leraren bepalen welke leeractiviteiten er toe doen, waarop deze worden beoordeeld en wat ervoor nodig is om registerleraar te kunnen blijven. Leraren bepalen wát er in het register staat en hóe het er staat. Het register wordt samen met leraren ontwikkeld en natuurlijk is niemand erop uit om een bureaucratische moloch voor zichzelf te ontwikkelen. Gebruiksvriendelijkheid van het systeem staat dus voorop. Leraren die zich hebben ingeschreven geven vaak aan dat het invullen veel gemakkelijker en sneller ging dan zij vooraf hadden verwacht. Bovendien kunnen registerleraren bijdragen aan verdere verbetering van het register.

Keurslijf of autonomie?
Een van de cruciale punten in het overleg van de afgelopen jaren tussen de Onderwijscoöperatie en OCW was het expliciet vormgeven van de zeggenschap van leraren over hun eigen professionalisering. De Onderwijscoöperatie heeft dit punt volledig binnengehaald: de beroepsgroep – leraren dus – bepaalt zelf de criteria waaraan je moet voldoen om registerleraar te mogen blijven (de herregistratiecriteria), de leeractiviteiten die er toe doen om je bekwaamheid bij te houden (*) én de regels waaraan deze activiteiten moeten voldoen. In het wetsvoorstel is ook vastgelegd dat de werkgever de leraar in staat moet stellen om de activiteiten te ondernemen die nodig zijn om geherregistreerd te kunnen worden. Natuurlijk is het van belang dat het gesprek over professionalisering op school plaatsvindt, tussen schoolleiding, team en leraar. Maar door deze wetswijziging, inclusief de invoering van het beroepsregister, krijgen leraren een veel sterkere positie.
De bal ligt nu in het veld. Het wetsvoorstel brengt de leraar in positie. Die kans kun je als leraar pakken en meedenken en meewerken aan de verdere uitwerking van het register.