Beeldcoaching met 360 gradencamera

Het gericht inzetten van beeldcoaching kan studenten en docenten een belangrijke inkijk geven in het eigen handelen. Met behulp van een innovatieve 360 gradencamera is het zelfs mogelijk om vanuit het perspectief van de leerling, naar de interactie tussen de docent en de leerlingen te kijken. John Treub, vakleerkracht bewegingsonderwijs en practitioner beeldbegeleiding, vertelt er in onderstaand artikel meer over.

Dit artikel verscheen in LO Magazine 4 van mei 2022 (jaargang 110). Tekst: John Treub.

Beeldcoaching in stage- en begeleidingstrajecten

Het gericht inzetten van beeldcoaching, ook wel School Video Interactie Begeleiding (SVIB) genoemd kan studenten, startende docenten maar ook docenten met ervaring een belangrijke inkijk geven in het eigen pedagogisch-didactisch en organisatorisch handelen. Met behulp van een innovatieve camera die volledig om zich heen kan filmen kan zelfs vanuit het perspectief van de leerling naar de interactie tussen de docent en de leerlingen worden gekeken.

Studenten en startende leerkrachten krijgen veelal verbale en geschreven feedback van een praktijkbegeleider. Met de toevoeging van beeldcoaching naast verbale en geschreven feedback ‘ziet’ de docent zichzelf in verschillende lessituaties terug. Deze extra dimensie in begeleiding heeft als positief effect dat studenten, of leerkrachten met een hulpvraag bij het terugzien van de fragmenten zich veel bewuster worden van hun eigen handelen tijdens de les, en het effect dat dit heeft op de leerlingen (Gregory, 2017).

Beeldbegeleiding, wat is het eigenlijk?

Beeldbegeleiding heeft als doel (aankomende) docenten te helpen meer bewust bekwaam te handelen. Het richt zich op het tot stand brengen van duurzame gedragsveranderingen (Klabbers, 2015). Met één of meerdere hulpvragen (ontwikkelingsdoelen) wordt gericht gekeken naar de interactie tussen de gecoachte en de leerlingen. Tijdens een intakegesprek worden deze hulpvragen helder gemaakt. De beeldbegeleider neemt tijdens een van tevoren afgesproken les relevante fragmenten op. Vervolgens worden deze fragmenten met de ‘coachee’ (lees: gecoachte leerkracht) teruggekeken en nabesproken. Het visueel maken van het pedagogisch-didactisch handelen, lichaamshouding of keuzes in organisatie brengen bij een coachee veelal momenten van introspectie teweeg. De beeldbegeleider stelt in het nagesprek op positief kritische wijze vragen over de gemaakte keuzes van de coachee tijdens de getoonde fragmenten (van den Heijkant, 2003). Het zelf beantwoorden van de hulpvraag zorgt in de regel voor een blijvend positieve gedragsverandering van de coachee.

Perspectief en innovatie

Als er al videobegeleiding wordt toegepast in de praktijk, dan gebeurt dit veelal vanaf de zijkant of achterkant van het klaslokaal of gymzaal (Fukkink, 2010). Een groot nadeel hiervan is dat de interactie tussen leerkracht en leerlingen niet volledig in beeld kan worden gebracht. Het perspectief van beeldfragmenten gemaakt vanaf de zijkant blijven onherroepelijk ‘plat’ en brengen niet de kleine interacties tussen de coachee en de leerlingen in beeld. In de praktijk op de Rosa Basisschool in Den Haag wordt sinds kort gebruik gemaakt van een 360 gradencamera voor beeldbegeleidingstrajecten. Deze camera kan midden in de gymzaal of klaslokaal op een statief worden gezet en brengt perfect de interactie tussen de coachee en leerlingen in beeld. Het opgenomen beeldmateriaal kan tijdens het terugspelen worden gedraaid, stilgezet of teruggespoeld. De begeleider kan het livebeeld van de camera op een tablet vanaf de zijkant volgen en opnemen. De beeldbegeleider hoeft dus niet zelf in het midden van het klaslokaal of gymzaal te zitten om de camera te bedienen.

HALO-student Jinke aan het woord

“Ik ben op dit moment bezig met mijn afstudeerstage op de Rosa basisschool. Met de video interactie begeleiding kun je als docent goed zien hoe de leerlingen reageren op wat je zegt en doet. Door het terugzien van de beelden, en de vragen die de begeleider daarbij stelt ga je echt goed nadenken over je eigen handelen. Het is soms best confronterend. Je hebt zelf maar twee ogen die de les registreren. Met de 360 gradencamera heb je eigenlijk een extra paar ogen die feilloos blootleggen wat jij als docent in de les hebt gemist, maar ook wat je sterke momenten zijn. Je krijgt letterlijk een breder beeld van de lessituatie. Ik zou andere studenten zeker aanraden om op hun stageadres te vragen of het mogelijk is om beeldbegeleiding te krijgen naast de reguliere begeleiding van hun stagedocent. Ik heb er veel van geleerd.”

Begeleidingscyclus en hulpvraag

Een begeleidingscyclus kan variëren tussen één enkele of meerdere cycli waarin een intakegesprek, een klassenbezoek en een nagesprek is opgenomen. Deze cyclus kan worden herhaald wanneer er een hulpvraag blijft bestaan, of als er te veel hulpvragen bij het eerste intakegesprek zijn benoemd die niet allen in één cyclus kunnen worden behandeld. De beeldbegeleider moet deze hulpvragen onderscheiden tussen ‘primair’ en ‘secundair’ (Knight, 2018). De meest acute hulpvraag dient als ‘eerst’ te worden opgelost. Geregeld is er overlap binnen de hulpvragen en heeft de oplossing van een primaire hulpvraag als gevolg dat een secundaire hulpvraag ook wordt opgelost. De beeldbegeleider heeft een belangrijke rol om deze te herkennen. Tijdens het terugkijken van belangrijke lesfragmenten met de coachee is het laten zien van ‘parels en puzzels’ een must. Een ‘parel’ is een succesmoment, een lesfragment waarin bijvoorbeeld alle leerlingen betrokken zijn en de docent ‘in’ de groep staat. Een ‘puzzel’ kan een moment zijn waarin een disconnectie ontstaat tussen de leerkracht en (een deel van) de groep (Schildwacht, 2012). Over beide momenten worden door de beeldbegeleider vragen gesteld die de coachee laten nadenken over het eigen handelen in de bewuste situatie uit het getoonde fragment. “Wat deed je hier?”, “Hoe kreeg je dat voor elkaar?”, “Zijn er dingen die je nu anders zou doen?”.

Door de juiste vragen te stellen stelt de beeldbegeleider de coachee in staat om diepe zelfreflectie toe te passen (van den Heijkant, 2012). De verdeling tussen de succesmomenten (parels) en de minder succesvolle momenten (puzzels) die de beeldbegeleider aan de coachee laat zien staan in verhouding 2:1. Door de nadruk te leggen op wat goed gaat groeit het zelfvertrouwen van de gecoachte waardoor er motivatie ontstaat om oplossingen te bedenken voor de ‘puzzels’ (Van Veen, 2010).

Coaching en begeleidingsmethodiek

In de beeldbegeleiding gebruiken we op de Rosa basisschool in Den Haag de uitgangspunten van het handelingsgericht werken (HGW) en de opbrengstgerichte benadering (OGB). Handelingsgericht werken wil de kwaliteit van het onderwijs en de begeleiding van alle leerlingen verbeteren. Het is een systematische manier van werken waarbij het aanbod van de les is afgestemd op de onderwijsbehoeften en de psychologische basisbehoeften van de leerlingen alsook van de leerkracht (Pamijer, 2009). Door te voldoen aan deze basisbehoeften ontstaat intrinsieke motivatie (Deci & Ryan, 2000). Opbrengstgerichte benadering staat voor de doelen die een leerkracht zichzelf samen met de leerlingen voor een les stelt en deze doelen aan het einde van de les samen met de leerlingen evalueert (Visscher & Ehren, 2011). De beeldbegeleider gebruikt bij het lesbezoek een kijkwijzer waarin de basisvaardigheden van een leerkracht staan omschreven. De beeldbegeleider vult deze tijdens de observatie van de les in en bespreekt deze in combinatie met de getoonde parels en puzzels met de coachee in het nagesprek. Naast verbale en geschreven feedback kan beeldbegeleiding onder begeleiding van een gediplomeerd beeldcoach van grote waarde zijn voor de ontwikkeling van lesgevers in het algemeen en studenten van de pabo en alo in het bijzonder. Bewust bekwaam handelen in de onderwijspraktijk is een voorwaarde om kwalitatieve lessen te geven waarin alle leerlingen in een veilig pedagogisch klimaat op hun eigen niveau worden uitgenodigd deel te nemen aan de les.

Tip! Bekijk ook dit filmpje waarin John Treub laat zien hoe hij aan de slag gaat met de 360 gradencamera:

Contact

JTreub@rosabasisschool.nl
John Treub is vakleerkracht bewegingsonderwijs op de Rosa basisschool te Den Haag en practitioner beeldbegeleiding.

Bronnen

  • Deci, E.L., & Ryan, R.M. (2000). Self-determination theory and the facilitation of intrinsic motivation, social development, and well-being. American Psychologist, Vol 55(1), 68-78.
  • Fukkink, R. G., & Tavecchio, L.W.C (2010). Effects of Video Interaction Guidance on early childhood teachers. Elsevier. Teaching and Teacher Education 26 (2010) 1652-1659.
  • Gregory, A., Ruzek, E., Hafen, C. A., Mikami, A. Y., Allen, J. P., & Pianta, R. C. (2017). My Teaching Partner-Secondary: A Video-Based Coaching Model. Theory into Practice 56:1, 38-45.
  • Heijkant, C. van den, Quak, G., Swet, J. van, Vloet, K., de Vos, M., & Wegen, R. van der (2003). School Video Interactie Begeleiding. Van meerdere kanten bekeken. Garant Uitgevers.
  • Jilink, L., Fukkink, R., & Huijbregts, S. (2016). Effecten van video interactie begeleiding en training in voor- en vroegschoolse educatie op de interactievaardigheden van pedagogische medewerkers. Hogeschool van Amsterdam, Kenniscentrum Onderwijs en Opvoeding.
  • Schildwacht, M. M. C. (2012). Learning to notice. Teachers coaching teachers with video feedback. Thesis University of Twente, Enschede.
  • Knight, D., Hock, M., Skrtic, T. M., Bradley, B. A. & Knight, J. (2018). Evaluation of Video-Based Instructional Coaching for Middle School Teachers: Evidence from a Multiple Baseline Study. The Educational Forum, 82:4, 425-442.
  • Veen, K. van, Zwart, R., Meijrink, J., & Verloop, N. (2010). Professionele ontwikkeling van leraren. Een reviewstudie naar effectieve kenmerken van professionaliseringsinterventies van leraren. ICLON. Expertisecentrum Leren van Docenten.
  • Visscher, A. & Ehren, M. (2011). De eenvoud en complexiteit van Opbrengstgericht Werken. Analyse in opdracht van de kenniskamer van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap.